Begroting 2019

Programmaplan

Ruimtelijke Ordening

Resultaat 1:

Omgevingswet

De implementatie van de Omgevingswet vindt plaats op basis van het Plan van Aanpak (2017) en Implementatieplan (2018). Het ambitieniveau dat voor de invoering van de Omgevingswet is vastgesteld is calculerend - onderscheidend. Dit houdt in, doen wat efficiënt is en op onderdelen het verschil maken. De implementatie van de Omgevingswet is geen doel op zich, maar het is meer een veranderingsproces met uiteenlopende componenten; waaronder de cultuurverandering in de hele keten, een digitale systeemverandering en de verandering van wet- en regelgeving. Op basis van de doelen van de Omgevingswet zijn vier veranderopgaven voor de Omgevingswet geformuleerd. De vier opgaven hebben een duidelijke focus en moeten richting en samenhang geven aan het veranderproces.

1.   Basis op Orde
Het ontwikkelen van gebiedsgericht integraal beleid, kaders en regels die ruimte geven aan ontwikkelingen en de kwaliteit van de leefomgeving beschermt waar nodig.
2.   Gebruiker centraal
De Omgevingswet vraagt om anders te werken, de gebruiker staat namelijk centraal. De behoefte van de gebruiker geeft vorm aan inhoud, gemeentelijke dienstverlening, informatievoorziening en werkprocessen in de fysieke keten.
3.   Digitale ondersteuning
Het ontwikkelen van een gebruikersvriendelijk informatiesysteem dat aansluit bij de gebruikersbehoefte en recht doet aan de specifieke gebiedsinrichting.
4.   Doen!
Het ontwikkelen van een samenhangend stelsel van Omgevingsvisie, Omgevingsplan,  Omgevingsprogramma’s en Omgevingsvergunningen.

De vier veranderopgaven staan niet los van elkaar. Het is belangrijk om steeds de samenhang te bewaken. De uitwerking van de veranderopgaven vindt plaats in o.a. werkwijze, beleid, kaders, regels, pilots en projecten. Daarnaast organiseren we bijeenkomsten voor medewerkers, bestuurders, raadsleden, bewoners, ondernemers en overige belanghebbenden over de Omgevingswet. Dit, zodat eenieder hierin kan worden meegenomen.

Om te experimenteren in de geest van de Omgevingswet zijn er in 2018 twee pilots gestart, te weten het Bestemmingsplan Buitengebied verbrede reikwijdte en het Omgevingsplan Molenschot. Deze lopen in 2019 door. Naar verwachting worden er in 2019 meer pilots gestart om al doende te leren.

Bij de implementatie van de Omgevingswet wordt nauw samengewerkt met de regio en met de twee andere ABG-gemeenten.

Specifieke activiteiten in 2019

1

Het ontwikkelen van gebiedsgericht integraal beleid, kaders en regels die ruimte geven aan ontwikkelingen en de kwaliteit van de leefomgeving beschermt waar nodig.

2

Het ontwikkelen van een gebruiksvriendelijk informatiesysteem dat aansluit bij de gebruikersbehoefte en recht doet aan de specifieke gebiedsinrichting.

3

Het ontwikkelen van een samenhangend stelsel van Omgevingsvisie, Omgevingsplan, Omgevingsprogramma's en Omgevingsvergunningen.

4

Het organiseren van bijeenkomsten voor bestuurders en raadsleden over de Omgevingswet.

5

Het experimenteren in de geest van de Omgevingswet.

Resultaat 2:

Bestemmingsplan buitengebied verbrede reikwijdte

De Nota van Uitgangspunten is door de raad vastgesteld. Toen is ook aangegeven dat de
volgende stap is, het aanbesteden van de opdracht voor het opstellen van het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte. Tijdens het opstellen van het programma van eisen is gebleken dat als op deze wijze een aanbesteding plaatsvindt sprake is van een zeer grote opdracht met veel onzekerheden vanwege o.a. de koppeling met de Omgevingswet. De verwachting is dat dit ten koste gaat van de (financiële) beheersbaarheid. Daarom heeft het college besloten om gefaseerd te werk te gaan. De eerste fase is het inventariseren van het buitengebied. Deze inventarisatie dient als belangrijke input voor het bestemmingsplan. Ook kan deze inventarisatie gebruikt worden voor de beleidsuitgangspunten voor vrijkomende agrarische bebouwingen.

De ontwikkelingen in de landbouw en de energietransitie hebben ingrijpende gevolgen voor het buitengebied. Dit zijn dan ook belangrijke beleidsthema’s rond de ontwikkeling van het bestemmingsplan Buitengebied. Met de gemeenten Alphen-Chaam en Baarle-Nassau is afgesproken intensief met elkaar samen te werken als het gaat om de ontwikkelingen in het buitengebied.         

Specifieke activiteiten in 2019

1

Inventarisatie van het buitengebied

2

Waar nodig voeren van keukentafelgesprekken met de eigenaren van vrijkomende agrarische bebouwing.

3

Keuzes maken over de structuur en systematiek van het bestemmingsplan. Het gaat hier o.a. om integreren van verordeningen en beleidsregels.

Resultaat 3:

Spoorzone en spoorse zaken

In 2017 is aangevangen met de grote integrale alternatievenstudie naar spoorzone Rijen.  We staan een integrale aanpak voor. De gemeente Gilze en Rijen is hoofdopdrachtgever van de studie welke wordt uitgevoerd door ProRail maar ministerie, ProRail en provincie zijn mede-opdrachtgevers.

Met de alternatievenstudie wordt gezocht naar een integrale oplossing voor de volgende punten:
1.   Ambities van de gemeente Gilze en Rijen met betrekking het gebied rondom het station en het spoor: Toekomstvisie Spoorzone Rijen.
2.   Maatregelen aan de overweg in de Julianastraat: Landelijke Verbeterprogramma Overwegen (LVO);
3.   Geluidsmaatregelen langs het Spoor: Meerjarenprogramma Geluid (MJPG);
4.   Verbeteren van de veiligheid van het perron (PHS);
5.   De sanering van het goederenwachtspoor.

Inmiddels is de alternatievenstudie halverwege en heeft een eerste keuzemoment plaatsgevonden.

Op 9 juli 2018 heeft de raad besloten te kiezen voor het voorkeursalternatief 'auto-te-gasttunnel'. Dit alternatief houdt in dat de overgang Julianastraat-Stationsstraat wordt ondertunneld met een onderdoorgang met een doorrijdhoogte van 3,50 meter, welke geschikt is voor voetgangers, fietsers en waar de auto te gast is. Het station wordt meer en ook vanuit de zuidzijde toegankelijk via zijperrons die ook vanuit de onderdoorgang te bereiken zijn. Het derde spoor wordt verwijderd en schermen worden geplaatst. Voor een goede inpassing is het nodig een aantal percelen te verwerven en bebouwing te slopen. Na de keuze voor een voorkeursalternatief gaat volgens planning de tweede fase van de planstudie in. In deze fase wordt de haalbaarheid van het project verder onderzocht en wordt het alternatief verder uitgewerkt. Ook is het doel van deze fase de businesscase sluitend te krijgen.  

Naast de spoorzone spelen ook op de rest van ons spoortracé een aantal zaken, te denken valt aan de lobby voor het daadwerkelijk en voortvarend uitvoeren van de planstudie overweg Oosterhoutseweg/ Vijf Eikenweg en de lobby bij ProRail voor suïcidepreventie bij het spoor.

Specifieke activiteiten in 2019

1

Alternatievenstudie afronden en voorkeursalternatief uitwerken tot businesscase.

2

Stedenbouwkundigplan voor de spoorzone maken.

3

Bestemmingsplan voor de spoorzone opstellen.

4

Lobby voeren om te komen tot een sluitende businesscase voor de spoorzone.

5

Verwervingen in het plangebied doen.

6

Lobby voeren in overleg met de Hart van Brabant gemeenten om trillingen op de rijksagenda te zetten.

7

Deelname aan projectteam provincie en LVO-aanvraag voor tunnel aan de N631 met ook aan de noordzijde een extra fietsdek zodat de sportverenigingen aan De Vijf Eiken goed bereikbaar blijven.