Begroting 2019

Paragrafen

Paragraaf A: Lokale heffingen

Inleiding

De gemeentelijke heffingen zijn na de doeluitkeringen en de algemene uitkering uit het Gemeentefonds de belangrijkste bron van inkomsten. In de paragraaf Lokale heffingen doen wij verslag van:

  • de geraamde inkomsten;
  • het beleid ten aanzien van de lokale heffingen;
  • de berekeningswijze van de gemeentelijke tarieven en welke beleidsuitgangspunten hieraan ten grondslag liggen;
  • de ontwikkeling van de lokale lastendruk;
  • het kwijtscheldingsbeleid.

Lokale heffingen

De lokale heffingen zijn met € 10,6 miljoen goed voor 17% van de gemeentelijke inkomsten in Gilze en Rijen. In onderstaand overzicht zijn de inkomsten voor de jaren 2017 tot en met 2019 weergegeven. Hierbij is een onderverdeling gemaakt in gebonden heffingen (aan te wenden voor doel) en ongebonden heffingen (vrij besteedbaar).

De inkomsten uit lokale heffingen nemen in 2019 naar verwachting met € 241.000 toe ten opzichte van 2018. Het verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door hogere inkomsten OZB en de lagere inkomsten afvalstoffenheffing en secretarieleges.

Heffingen

Begroot
2019

Begroot
2018

Realisatie
2017

Afvalstoffenheffing

1.660.638

1.735.182

1.957.507

Bouwleges

468.846

463.058

423.106

Leges bestemmingsplannen

11.090

24.569

6.893

Markten en kermissen

60.983

60.230

55.167

Rioolheffing

1.587.900

1.581.276

1.582.409

Secretarieleges

311.425

430.408

530.752

Hondenbelasting

125.443

123.894

118.468

OZB Niet-woningen eigenaren

1.905.853

1.775.509

1.740.140

OZB Niet-woningen gebruikers

1.368.105

1.274.573

1.255.821

OZB Woningen eigenaren

2.805.734

2.613.811

2.568.079

Toeristenbelasting

220.560

217.837

234.968

Totaal opbrengsten

10.526.577

10.300.347

10.473.310

Gebonden heffingen

Bij de gebonden heffingen is kostendekkendheid het uitgangspunt. De gebruiker betaalt in principe de integrale kosten van de geleverde producten en diensten. Een meer dan kostendekkende heffing is niet toegestaan; daarentegen kunnen bestuurlijke overwegingen aanleiding zijn tot het vaststellen van lagere tarieven.

Het BBV schrijft voor dat gemeenten in de paragraaf lokale heffingen inzicht verschaffen in de berekeningswijze van de gemeentelijke tarieven. Naast de kosten op de betreffende taakvelden wordt namelijk nog een aantal posten extracomptabel toegerekend aan de tarieven, zoals overhead, rente en BTW. Hieronder wordt achtereenvolgens ingegaan op de tariefberekeningen van de afvalstoffen-, de rioolheffing en de gemeentelijke leges.

Afvalstoffenheffing

De gemeente is verplicht om huishoudelijk afval op te halen. Van de opbrengst betaalt de gemeente de kosten voor het inzamelen en verwerken van restafval, gft-afval, plastic afval, klein chemisch afval, oud papier, glas en de exploitatie van de milieustraat.

Inwoners van Gilze en Rijen betalen een vast tarief en een tarief per lediging, afhankelijk van de afvalstroom en het volume. De afvalstoffenheffing wordt geïncasseerd door Brabant Water.

In juni 2018 heeft uw raad de Afvalstoffenverordening 2018 vastgesteld. De verordening ondersteunt de gemeentelijke afvalkoers, die gericht is op het verbeteren van de afvalscheiding en het terugdringen van de hoeveelheid restafval naar 100 kilogram per inwoner in 2020 en 30 kilogram in 2025. In juli 2018 heeft uw raad vervolgens de gewijzigde Afvalstoffenheffing 2018 vastgesteld ten behoeve van de gewijzigde afvalinzameling. Belangrijkste wijziging is het opnemen van een tarief per inworp in een ondergrondse verzamelcontainer voor restafval. De nieuwe tarieven en de gewijzigde verordening zijn gefaseerd ingevoerd (van 1 september tot 1 november 2018). Uitgangspunt bij de tariefberekening is dat de meeste groepen huishoudens op een lagere afvalstoffenheffing uitkomen dan voor de wijziging.
De afvalstoffenheffing is een bestemmingsheffing, dit houdt in dat de geïnde gelden aangewend moeten worden voor het doel. Uitgangspunt in Gilze en Rijen is een 100% kostendekkende afvalstoffenheffing: de tarieven bewegen mee met de ontwikkeling van de toerekenbare kosten.
De voorziening Afvalstoffenheffing vormt de sluitpost van de exploitatie. De voorziening heeft een egaliserende functie. Ze kan worden gebruikt om via het tarief te sparen voor grote uitgaven in de toekomst (onderhoud, vervanging) of om ongewenste schommelingen van het tarief op te vangen.
In onderstaande tabel is de exploitatieopzet van de afvalstoffenheffing 2019 afgezet tegen die van 2018.

2018

2019

Kosten taakvelden

Begroting gemeente

1.158.276

1.240.347

Begroting ABG (60%)

647.064

631.963

Inkomsten taakvelden

-565.151

-553.996

Netto kosten taakveld Afval

1.240.189

1.318.314

Toe te rekenen kosten:

Overhead ABG (40%) incl. (omslag)rente

431.376

421.308

BTW

227.054

226.678

Totale kosten

1.898.619

1.966.300

Opbrengst heffingen

1.884.271

1.660.638

Dekking

99%

84%

Mutatie voorziening
(positief = toevoegen, negatief = onttrekken)

-14.348

-305.662

Uit de tabel valt af te lezen dat het huidige tarief voor een bedrag van € 306.000 minder dan kostendekkend is. De toerekenbare kosten voor de heffing zijn per saldo in 2019 met € 68.000 toegenomen ten opzichte van 2018, als gevolg van de investeringen voor de gewijzigde inzameling. De inkomsten uit de heffing zijn € 224.000 lager, hoofdzakelijk doordat het huidige inworptarief voor het restafval nog niet kostendekkend is. In de komende jaren wordt dit stapsgewijs opgehoogd tot het kostendekkende tarief. Het tekort op de exploitatie wordt in deze periode gedekt uit de voorziening afvalstoffenheffing.

In onderstaande tabel wordt het tariefvoorstel 2019 afgezet tegen het tarief 2018.

2018

2019

wijziging

vastrecht

€ 79,08

€ 79,08

n.v.t.

140 liter gft

 € 0,88

€ 0

nultarief

240 liter gft

€ 1,50

€ 0

nultarief

140 liter restafval

€ 5,69

€ 7,00

+23%

240 liter restafval

€ 9,75

€ 12,00

+23%

verzamelcontainer

€ 82,20

-

vervallen

60 liter inworp verzamelcontainer

-

€ 3,00

nieuw

30 liter inworp verzamelcontainer

-

€ 1,50

nieuw

Rioolheffing

Voor de afvoer van afvalwater en de zuivering daarvan, heeft de gemeente de plicht om voor een goed werkend rioleringsstelsel te zorgen. Ook heeft de gemeente de zorgplicht om de grondwaterstand en de afvoer van hemelwater (regenwater) te beheren. Om al deze watertaken te bekostigen wordt er één belasting geheven, de rioolheffing.
De gemeentelijke watertaken gaan gepaard met relatief grote uitgaven en hebben een langjarige planning. In het verbreed gemeentelijk rioleringsplan (VGRP) 2016-2020 is het onderhoud aan het rioleringsstelsel voor de komende 70 jaar in kaart gebracht.

Binnen de rioolheffing wordt onderscheid gemaakt tussen een vaste basistarief (tot en met 500 m3 jaarlijks waterverbruik) en een variabel grootverbruik tarief (vanaf 500 m3 jaarlijks waterverbruik).

De rioolheffing is, evenals de afvalstoffenheffing, een bestemmingsheffing. Ook hier is een 100% kostendekkende heffing het uitgangspunt in Gilze en Rijen. Bij de vaststelling van het huidige VGRP is besloten om de tarieven vast te zetten gedurende haar looptijd. In onderstaande tabel is de exploitatieopzet van de rioolheffing 2019 afgezet tegen die van 2018.

2018

2019

Kosten taakvelden

Begroting gemeente

1.194.910

1.215.087

Begroting ABG (60%)

226.060

230.388

Inkomsten taakvelden

-54.584

-54.584

Netto kosten taakveld riool

1.366.386

1.390.891

Toe te rekenen kosten:

Overhead ABG (40%) incl. (omslag)rente

150.707

153.592

BTW

238.063

241.682

Totale kosten

1.755.156

1.786.166

Opbrengst heffingen

1.581.276

1.587.900

Dekking

90%

89%

Mutatie voorziening
(positief = toevoegen, negatief = onttrekken)

-173.880

-198.266

Uit de tabel valt af te lezen dat het huidige tarief van de rioolheffing in 2019 voor een bedrag van € 198.000 minder dan kostendekkend is. De toerekenbare kosten voor de heffing zijn per saldo met € 31.000 toegenomen ten opzichte van 2018. Het verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door de toename van de investeringslasten. Ten behoeve van de sluitende exploitatie wordt het tekort in 2019 onttrokken aan de voorziening riolering.

In onderstaande tabel wordt het tariefvoorstel 2019 afgezet tegen het tarief 2018.

2018

2019

wijziging

Basistarief: tot en met 500 m3 waterverbruik

€ 132,48

€ 132,48

n.v.t.

Grootverbruik: per (deel van) 500 m3 extra waterverbruik

€ 66,24

€ 66,24

n.v.t.

Retributies

Retributies of rechten komen in vele vormen voor. Er is echter een grote gemene deler. Retributies worden geheven als de gemeente een dienst verleent aan een individu of een van haar bezittingen ter beschikking stelt. Voorbeelden van retributies zijn leges, markt- en standplaatsgelden en lijkbezorgingsrechten (grafrechten).

In 2017 zijn de werkprocessen achter titel 1 en 2 van de legesverordening geharmoniseerd tussen de drie ABG gemeenten. Dit heeft ertoe geleid dat in 2018 in alle drie de gemeenten dezelfde tarieven worden geheven voor de gemeentelijke dienstverlening op het gebied van burgerzaken en omgevingsvergunningen, enkele uitzonderingen daargelaten (met name het tarief bouwleges).
De drie gemeenten hebben echter nog geen afspraken gemaakt over het indexeren van de geharmoniseerde legestarieven. Om te voorkomen dat de tarieven vanaf 2019 weer uit elkaar gaan groeien wordt aan alle drie de ABG voorgesteld om de reeds geharmoniseerde tarieven met 2,4% te indexeren. Dit percentage is gekoppeld aan het inflatiecijfer voor 2019 van het gemeentefonds. Voor de overige tarieven geldt de reguliere index zoals deze is opgenomen in de begroting.

Er is voor 2019 geen kostendekkendheidanalyse opgesteld. Uit analyses uit voorgaande jaren is gebleken dat de tarieven onder het kostendekkende niveau zitten.
In 2019 zetten wij stappen om de berekening van de kostendekkendheid voor retributies structureel in te bedden in Planning & Control cyclus. De resultaten worden naar verwachting eerst zichtbaar in de begroting 2020.

Ondanks de indexering van de tarieven is in de begroting rekening gehouden met € 24.000 lagere inkomsten, als gevolg van de lagere uitgifte van reisdocumenten door de langere geldigheidsduur.

Ongebonden heffingen

De ongebonden heffingen zijn een belangrijk politiek instrument en maken integraal onderdeel uit van het gemeentelijk (belasting-)beleid. De heffingsinkomsten zijn in principe vrij besteedbaar.

Onroerende zaakbelasting

Inwoners betalen onroerendezaakbelasting (OZB) als zij op 1 januari van een belastingjaar eigenaar zijn van een woning of gebruiker en/of eigenaar van een niet-woning. De OZB is gebaseerd op de WOZ-waarde.

De gemeente heeft bij het jaarlijks vaststellen van het tarief voor de OZB beleidsvrijheid. Hierbij wordt vanuit het Rijk wel een voorwaarde gesteld: de jaarlijks opnieuw vast te stellen macronorm. De macronorm voor de OZB is voor 2019 vastgesteld op 4%. Dit wil zeggen dat de totale inkomsten uit OZB voor heel Nederland niet meer mogen stijgen dan 4% ten opzichte van 2018. Er zijn geen sancties op gemeentelijk niveau, wel op landelijk niveau. Denk hierbij aan het doorvoeren van een verlaging van het macrobudget voor de algemene uitkering.

De gemeente bepaalt de OZB-aanslag op basis van de getaxeerde waarde van de onroerende zaak (de WOZ-waarde). Deze waarderingsgrondslag wordt jaarlijks middels hertaxatie, volgens de regels in de Wet Waardering Onroerende Zaken (Wet WOZ), vastgesteld. Het beleid tot nu toe is altijd geweest dat de OZB-opbrengst niet beïnvloed wordt door de hertaxaties van het onroerend goed. Met andere woorden: als de totale waarde van het onroerend goed daalt, als gevolg van lagere taxatiewaarden, zullen de OZB-tarieven extra stijgen zodat de totale opbrengst gelijk blijft. Net als in voorgaande jaren zal ook voor 2017 dit beleidsuitgangspunt gehanteerd worden.

Naast de algemene indexering van 1,25% is in de begroting rekening gehouden met een extra stijging van de OZB opbrengsten met 6% in 2019. Deze boven trendmatige verhoging is nodig voor de realisatie van een aantal ambitieuze plannen van de gemeente in de nabije toekomst. Denk hierbij aan het ontwikkelen van de spoorzone, het ontwikkelen van de centrumplannen in Gilze en Rijen, projecten binnensport in Gilze en Rijen en de snelfietsroute. De totale index van de OZB opbrengsten in 2019 is dus 7,25%.

Voorstel tarieven 2019

2018

2019

Woningen eigenaren

0,0995%

n.t.b.

Niet-woningen eigenaren

0,2209%

n.t.b.

Niet-woningen gebruikers

0,1734%

n.t.b.

De WOZ waardering is ten tijde van het opstellen van deze begroting nog niet bekend, waardoor de tarieven nog niet berekend kunnen worden.

Toeristenbelasting

Voor personen die niet staan ingeschreven in de gemeente heffen wij een toeristenbelasting als zij blijven overnachten in een hotel, een pension of een ander vakantieonderkomen. Voor de toeristenbelasting zijn de houders van de hotels, pensions en campings belastingplichtig. Zij kunnen het tarief aan de toerist doorberekenen.

Voorstel tarieven 2019

 

2018

2019

wijziging

Tarief per overnachting

€ 0,85

€ 0,86

+1,25%

Forfaitair tarief vaste standplaats

€ 150,50

€ 152,38

+1,25%

Hondenbelasting

De hondenbelasting wordt berekend aan de houder van een of meer honden.

Voorstel tarieven 2019

2018

2019

wijziging

Voor een eerste hond

€ 48,84

€ 49,44

+1,25%

Voor een tweede hond

€ 97,68

€ 98,88

+1,25%

Voor iedere hond boven het aantal van twee

€ 146,52

€ 148,32

+1,25%

Voor een kennel

439,56

€ 445,08

+1,25%

Ontwikkeling van de lokale lastendruk

Jaarlijks brengt het COELO (het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden) een Atlas van de lokale lasten uit. Daarin is op het vlak van de lokale lastendruk een vergelijking van alle Nederlandse gemeenten gemaakt. Uitgangspunt voor de berekening van de lokale lastendruk zijn de lasten OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing voor een gemiddeld meerpersoonshuishouden.
De volgende tabel geeft de meerjarige ontwikkeling van de lokale woonlasten weer voor de jaren 2016-2018:

Woonlasten

2017

2018

2019

Onroerende zaakbelasting

€ 235

€ 238

€ 256

Afvalstoffenheffing

€ 217

€ 196

€ 171

Rioolheffing

€ 132

€ 132

€ 132

Totaal woonlasten

€ 584

€ 567

€ 559

Stijging (Absoluut)

- € 25

- € 17

- € 8

Stijging (Relatief)

-4,0%

-3,0%

-1,3%

Gemiddelde woonlasten Noord-Brabant (COELO)

€ 701

€ 711

n.t.b.

Uitgangspunten berekening Gilze en Rijen:

  • OZB: gemiddelde woningwaarde volgens COELO op waarde peildatum (2018 = € 239.424);
  • Afvalstoffenheffing:  het COELO gaat voor een meerpersoonshuishouden in 2018 uit van 11 ledigingen van een 240 liter container voor restafval en 11,8 ledigingen van een 140 liter container voor gft afval. Voor 2019 hebben we een inschatting gemaakt van de kosten door de 11 ledigingen restafval om te rekenen naar inworpen in verzamelcontainers en hierbij een reductie van 30% hebben ingecalculeerd (zoals gecommuniceerd bij het voorstel voor de verordening afvalstoffenheffing in juli dit jaar);
  • Rioolheffing: basistarief, tot en met 500 m3 waterverbruik.

Kwijtscheldingen

Zoals binnen onze gemeente gebruikelijk bestaat de mogelijkheid om voor de aanslagen rioolheffing en afvalstoffenheffingen jaarlijks een verzoek om kwijtschelding in te dienen. Personen die aan de voorwaarden voldoen (betrokkenen hebben geen vermogen en de betalingscapaciteit is te laag om de aanslag te betalen), kunnen door het indienen van een dergelijk verzoek voor één of beide heffingen kwijtschelding ontvangen. In de tariefberekeningen voor de afvalstoffen- en rioolheffing is rekening gehouden met de inkomstenderving door kwijtschelding.