Begroting 2019

Programmaplan

Sociaal domein

Dit programma bestaat uit de volgende taakvelden:

Nr.

Taakveld omschrijving

610

Samenkracht en burgerparticipatie

620

Wijkteams

630

Inkomensregelingen

640

Begeleide participatie

650

Arbeidsparticipatie

660

Maatwerkvoorziening (WMO)

671

Maatwerkdienstverlening 18+

672

Maatwerkdienstverlening 18-

682

Geëscaleerde zorg 18-

Wat willen we bereiken?

Wie het echt nodig heeft, mag in Gilze en Rijen rekenen op een goed vangnet. Oplossingen om inwoners volwaardig mee te laten doen aan de samenleving liggen niet binnen één domein, maar vragen om samenwerking tussen de verschillende beleidsterreinen. We maken gebruik van expertise in de regio, maar organiseren de dienstverlening dichtbij. Een laagdrempelige plek waar inwoners met al hun zorgvragen terecht kunnen, maakt de zoektocht naar de juiste ondersteuning
eenvoudiger en sneller.

Context en achtergronden

Rol van de overheid
De samenleving verandert van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving. Waar de overheid eerst vooral uitvoerde en regelde vanuit haar eigen perspectief is de focus op belangen en behoeften van inwoners centraal komen te staan. De gemeente verbindt en faciliteert en werkt daarbij samen met inwoners. De ambitie is om hierbij te verschuiven van burgerparticipatie (waar inwoners en gemeente samenwerken bij een initiatief van de gemeente) naar overheidsparticipatie (waar de gemeente aansluit bij een initiatief van inwoners).

Complexiteit doelgroep
Als gevolg van de decentralisatie, de vergrijzing en van de extramuralisatie (awbz en ggz) zijn steeds meer mensen die hulp nodig hebben, aangewezen op de gemeente. We constateren dat deze groep steeds zwaardere en complexere problemen krijgen. De oorzaak hiervan is enerzijds dat mensen minder snel in aanmerking komen voor intramurale zorg. Anderzijds zien we ook dat de maatschappij voor steeds meer mensen (te) snel en ingewikkeld wordt.

Grenzen aan zelfredzaamheid
We constateren dat het niet voor iedereen mogelijk is om zelfredzaam te worden of te blijven, Sommige mensen hebben blijvend een vorm van (lichte) ondersteuning nodig. Het gaat om mensen met verminderde verstandelijke/cognitieve vermogens, mensen in stressvolle situaties (bijv. bij schulden of vechtscheidingen)  maar ook om mensen met verminderd ‘doen-vermogen’[1]. Dit betekent iets voor de manier waarop we hulp en ondersteuning bieden.

Basisondersteuning
Onder basisondersteuning verstaan wij ondersteuning die gericht is op het versterken van de sociale basisstructuur in onze gemeente en op (lichte) ondersteuning die als basis voor alle inwoners vrij toegankelijk is.

Basisondersteuning:
-   omvat inzet van beroepskrachten, die eraan bijdraagt dat iedereen mee kan doen;
-   is beschikbaar zonder indicatie of verwijzing;
-   is laagdrempelig en outreachend;
-   is gericht op ondersteuning van inwoners, vrijwilligers en mantelzorgers;
-   is gericht op het versterken van de lokale kracht van de kernen van onze gemeenten;
-   gaat over preventie;
-   gaat over ondersteunen van inwoners met een ondersteuningsvraag;
-   kan zowel individuele ondersteuning zijn, als ook collectieve ondersteuning;
-   is gericht op het vergroten van de zelfredzaamheid van inwoners.

MEE West-Brabant, IMW Tilburg, IMW Breda en ContourdeTwern geven op basis van een gezamenlijk plan uitvoering aan de basisondersteuning in Gilze en Rijen. Daarbij werken zij samen met inwoners, vrijwilligers en andere professionals, waaronder medewerkers in de gemeentelijke uitvoering (sociaal team en consulenten Wmo, werk en inkomen).
De concrete inzet van basisondersteuning sluit aan bij de lokale behoeften en kracht van de kernen van onze gemeente. De inzet is vraaggericht en gebiedsgericht. Dit betekent dat de basisondersteuning er in de verschillende kernen van Gilze en Rijen anders uit kan zien (zowel inhoudelijk als de manier waarop deze wordt uitgevoerd).

Sociaal team
Het sociaal team wordt ingezet in situaties die complex, meervoudig en fragiel zijn en als partijen in de basisondersteuning merken dat er intensievere jeugdhulp nodig is. Het sociaal team is een bundeling van verschillende expertises. Zo zijn er ook jeugdexperts aan verbonden.
Medewerkers van het sociaal team gaan met inwoners in gesprek en bekijken samen met hen wat er nodig is. Vervolgens organiseren zij passende ondersteuning en hulp.

Medisch domein
In de Jeugdwet is opgenomen dat naast gemeenten ook huisartsen, jeugdartsen, medisch specialisten en gecertificeerde instellingen het mandaat hebben om cliënten door te verwijzen naar specialistische jeugdzorg. We hebben daarom regelmatig overleg met deze partners over de inzet en uitvoering van de jeugdhulp.

Armoedebeleid
Inwoners die rondom het sociaal minimum leven, kunnen rekenen op onze gemeente voor
extra materiële of financiële ondersteuning. Naast (aanvulling van) het inkomen kan het ook nodig zijn te kijken naar zorg en re-integratie. Er kan sprake zijn van gecombineerde inzet van financiële ondersteuning vanuit het minimabeleid én ondersteuning richting werk/zorg. Binnen dit integrale beleid nemen kinderen een speciale plaats in. Het betreft hier een brede integrale benadering. Bij het beleid in het sociale domein geldt als uitgangspunt de participatiemaatschappij en het stimuleren van de eigen kracht en zelfredzaamheid van een persoon.

Ondersteuning bij re-integratie
Ons uitgangspunt is dat iedereen die kan werken (naar vermogen) werkt, of actief is voor de samenleving. We doen dit onder andere door gebruik te maken van Talent2Work, dat een actieve werkgeversbenadering als uitgangspunt heeft. Waar werk geen realistisch perspectief is, bevorderen we deelname aan de samenleving via participatiebanen, beschut werk, vrijwilligerswerk, activiteiten, cursussen of andere vormen van dagbesteding.
Het is belangrijk om werk te blijven maken van uitstroom naar werk. Aangezien er vele typen bijstandsgerechtigden zijn, met een lange of korte afstand tot de arbeidsmarkt, met of zonder beperkingen, met veel of weinig loonwaarde, jong of oud, werken we continue aan een gevarieerd aanbod van re-integratie instrumenten. Dat doen we lokaal (o.a. Talent2Work, groeituin, PPA-training, La Poubelle) en regionaal (regionaal werkbedrijf, Werkgeversservicepunt).
We zien dat de mensen die de afgelopen periode een beroep doen op de bijstand een groep is met toenemende complexiteit. Hierdoor zien we ook dat de weg naar betaald werk langer en/of minder reëel is geworden.  Daarom blijven we zoeken naar mogelijke tussenstations en methodieken. Zo zijn we in 2018 gaan werken met de door onszelf ontwikkelde werkstraat als methodiek.  De afgelopen jaren zagen we een grote toename van het aantal cliënten. Onze inzet blijft ook in 2019 gericht op een daling van het aantal cliënten.

Ontwikkelingen wetgeving Wmo
In het regeerakkoord is opgenomen dat er een ingrijpende wijziging komt in de eigen bijdrage Wmo per 1 januari 2019. In het regeerakkoord was vastgelegd dat de inkomensafhankelijke bijdrage werd afgeschaft. Iedereen zou ongeacht het inkomen een vaste bijdrage moeten betalen van € 17,60 per vier weken.  Het verlies voor gemeenten in eigen bijdragen zal slechts ten dele worden gecompenseerd. Verder wordt door gemeenten een aanzuigende werking verwacht. Mensen die een inkomensafhankelijke bijdrage moeten betalen, zien in een aantal geval af van een Wmo voorziening. Ze voorzien zelf in de ondersteuning die ze nodig hebben. De verwachting is dat een deel van die mensen bij een minimale eigen bijdrage wel een Wmo voorziening zal aanvragen. Aan de hand van de reacties van gemeenten heeft het Rijk aanpassingen aan het voorstel gedaan. Het zou niet gaan gelden voor woningaanpassingen en de bijdrage die voor de Deeltaxi wordt gevraagd. Als de verlaging van de eigen bijdrage doorgaat, zal dit leiden tot meer Wmo-uitgaven.

Er is per 1 april een nieuwe CAO Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg (VVT) van kracht. Buiten de reguliere loonindexactie is er een nieuwe loonschaal toegevoegd. Deze loonschaal is bedoeld voor hulp bij het huishouden (hbh). De meeste medewerkers gaan er ten opzichte van de 'oude' loonschaal financieel (iets) op vooruit. Als gemeenten zijn we verplicht een reële kostprijs te betalen. We hebben in de contracten opgenomen dat de CAO VVT van toepassing is. Dat betekent dat het uurtarief dat we hanteren voor hbh bijgesteld zal moeten worden. De prijs per uur zal stijgen per 1 januari 2019. 2018 wordt gebruikt om met de aanbieders hierover overeenstemming te bereiken.

[1] Advies wetenschappelijke raad voor regeringsbeleid voorjaar 2018

Kaderstellende beleidsnota's

  • Beleidskader Sociaal Domein “Samen doen we het beter” (2014);
  • Koers Jeugdhulp, regio Hart van Brabant;
  • Regiovisie / spoorboekje Beschermd wonen, maatschappelijke opvang, preventieve GGZ en verslavingszorg, regio Hart van Brabant;
  • Actiegerichte Regionale Samenwerkingsagenda Arbeidsparticipatie;
  • Verordening maatschappelijke ondersteuning;
  • Verzamelverordening Participatiewet, IOAW, IOAZ en Bbz 2017;
  • Verordening jeugdhulp gemeente Gilze en Rijen 2017.

Lasten, baten en saldo

1000

Lasten

€ 25.701

37,8 %

Baten

€ 6.466

9,5 %